Veelgestelde AOV vragen en antwoorden

Wij krijgen dagelijks veel vragen rondom de AOV. Daarom hebben wij de meest gestelde vragen en antwoorden (FAQ) voor u op een rij gezet.

Vaak wordt mij gevraagd of het wel zin heeft om een AOV af te sluiten. Programma’s zoals Kassa en Radar laten zien dat verzekerden worden ‘verpletterd’ door grote verzekeraars met diepe zakken en een oneindige ‘oorlogskas’ om te procederen.  Verzekeraars nemen maar al te vaak hun verantwoordelijkheid niet zodat je als verzekerde lang niet altijd krijgt waar je recht op hebt.
Daarbij dient wel de kanttekening te worden gemaakt dat ik in mijn praktijk alleen de gevallen zie waar het misgaat. De verzekeringstussenpersonen zijn doorgaans wel te spreken over de verzekeraars waar ze mee samenwerken. Het hangt ook van de claim af. Zo levert een tijdelijke uitval door een gebroken pols minder snel problemen op dan wanneer je een ‘dure klant’ dreigt te worden voor de verzekeraar, of een ziekte hebt waarvan het bestaan lastig is aan te tonen.

Ik raad daarom zeker aan om een arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten, maar sluit daar dan ook een rechtsbijstandverzekering bij af voor het geval je eerst naar de rechter moet om je gelijk te halen.

In mijn praktijk zie ik dat iedere verzekeraar die AOV’s aanbiedt ook fouten maakt (of erger). Het is dus niet zonder meer te zeggen wie de beste arbeidsongeschiktheidsverzekeraar is. Het is in ieder geval niet zo dat de verzekeraars die in de commercials van zichzelf zeggen dat zij de degelijkste zijn, die belofte ook altijd waarmaken in de praktijk.
Ook in deze markt heb je ‘prijsvechters’. Dat leidt vaak tot ‘uitgeholde dekking’ en een beperkte inspanning bij het afsluiten van de verzekering. Mijn ervaring is dat deze verzekeraars in de acceptatiefase hun huiswerk niet goed doen en niet goed informeren of niet doorvragen naar je gezondheid. Later – als er een claim wordt ingediend – wordt vervolgens getracht dat gebrekkige voorwerk het probleem van de verzekerde te maken.

Als ondernemer is het wat mij betreft cruciaal om als criterium ‘beroepsarbeidsongeschiktheid’ te kiezen; als je (deels) uitvalt, wordt er in ieder geval gekeken in hoeverre je nog verder kan met je eigen bedrijf. Criteria als ‘gangbare arbeid’ of ‘passende arbeid’ leiden ertoe dat je in theorie nog elders inzetbaar zou kunnen zijn, terwijl de gemiddelde ondernemer zijn bedrijf niet in de steek zal laten, ook niet in geval van (tijdelijke) ziekte.
Pas op voor onduidelijke producten waarbij het ene jaar beroepsarbeidsongeschiktheid en daarna bijvoorbeeld passende arbeid wordt aangeboden. Ondernemers hebben doorgaans niet in de gaten dat hun AOV zo is opgebouwd, en als je erover klaagt, wijst de verzekeraar steevast naar de tussenpersoon.

Een te laag bedrag verzekeren kan ertoe leiden dat je door moet blijven werken ondanks ziekte om de vaste lasten te kunnen betalen. Dat is dan weer lastig te verkopen aan de verzekeraar als gelijktijdig aanspraak wordt gemaakt op een uitkering vanwege arbeidsongeschiktheid.

Laat u in ieder geval goed voorlichten door een tussenpersoon, maar zelfs dan zijn onaangename verrassingen niet altijd te voorkomen.

Binnenkort wordt de verplichte AOV verwacht. Die lijkt waarschijnlijk op de in 2004 afgeschafte Wet Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (WAZ). De WAZ is destijds afgeschaft omdat de premie als te hoog werd ervaren en de verwachting was dat private verzekeraars een dergelijk vangnet goedkoper konden aanbieden.

Helaas bleek een AOV voor veel ondernemers nog steeds te duur of werden zij niet geaccepteerd vanwege hun medische verleden en ontstonden zorgen over oneerlijke concurrentie tussen onverzekerde (dus goedkopere) zelfstandigen en de verzekerde, (dus duurdere) werknemers. Dit, samen met de toename van het aantal ZZP-ers, maakt dat het toch weer noodzakelijk lijkt om – via het UWV – vanuit de overheid een inkomensvoorziening te organiseren voor zelfstandigen in geval van arbeidsongeschiktheid.

Bij die verplichte AOV hanteert het UWV ‘gangbare arbeid’ als criterium voor de arbeidsongeschiktheid, net als bij werknemers nu al het geval is.

Echter, een ondernemer is ‘getrouwd’ met zijn bedrijf of beroep. Als hij jarenlang heeft geïnvesteerd in bijvoorbeeld een klantenkring, bedrijfsruimte, gereedschappen, goodwill, enz. of misschien een succesvol bedrijf heeft weten op te bouwen maar verder geen opleiding heeft genoten, zal hij niet snel zijn bedrijf in de steek laten, ook niet als hij ziek is.

De dekking die meeste ondernemers kiezen bij hun particuliere AOV (dus niet via het UWV) is ‘beroepsarbeidsongeschiktheid’, zodat ze uitgekeerd krijgen als ze bijvoorbeeld tijdens hun ziekte nog maar deels in het eigen bedrijf kunnen werken. Die dekking sluit veel beter aan bij het ondernemerschap dan ‘gangbare arbeid’.

De verplichte AOV vanuit de overheid is dus goed nieuws voor zover die ondernemers beschermt die anders onverzekerd waren, maar komt niet in de plaats van de AOV zoals veel ondernemers die nu hebben. Ondernemers zullen dus onverminderd een particuliere AOV met als criterium ‘beroepsarbeidsongeschiktheid’ moeten afsluiten.

Je hebt recht op een second opinion. De verzekeraar is verplicht je daarop te wijzen, maar doet dit vaak niet. Die second opinion (ook wel ‘herbeoordeling’) moet wel goed worden uitgevoerd, want aan de uitkomst zitten partijen vast. Laat je daarom zo snel mogelijk bijstaan door een advocaat met verstand van zaken die samenwerkt met een medisch adviseur. Er zijn veel advocaten die zeggen dat ze in ‘alles’ zijn gespecialiseerd, en dat kan uiteraard niet (zelf doe ik geen letselschade, en heb ik veel zaken ‘opnieuw’ moeten doen van letselschadeadvocaten die meenden dat ze ook wel een keer een AOV-zaak konden aannemen). De verzekeraar weet in ieder geval precies waar hij mee bezig is en als je je daar onvoldoende tegen wapent, laat je kansen liggen.